Net zoals de oorsprongsbenaming Champagne (AOC, Appellation d’Origine Controlée) meteen het beeld van een kwaliteitsvolle, sprankelende wijn uit het noordwesten van Frankrijk oproept, doet het Cervena-label denken aan eersteklas kwaliteitsvlees van vrij grazende herten uit Nieuw-Zeeland.
Cervena wordt geteeld op de groene, open weides van Nieuw-Zeeland. Het is licht, mager en mals vlees, een streling voor de tong van veeleisende kenners.
Het Cervena-label creëert een specifiek smaakpalet voor dit eersteklas hertenvlees en onderscheidt zich zo van wild hertenvlees, dat een sterke wildsmaak heeft en langer op het vuur moet staan of gemarineerd moet worden om het mals te maken.
Cervena is mals en zacht, maar heeft toch nog een karakteristieke smaak. Slechts een handvol gespecialiseerde bedrijven in Nieuw-Zeeland hebben een licentie om het Cervena-label te mogen gebruiken.
Om in aanmerking te komen voor het Cervena-label moeten de dieren 3 jaar of jonger zijn en moeten ze op natuurlijke wijze grootgebracht zijn. Dit wil zeggen dat ze vrij rondlopen, gras te eten krijgen en geen hormonen of steroïden toegediend krijgen. Om de consistent malse kwaliteit te garanderen, moet Cervena geproduceerd worden volgens standaarden goedgekeurd door de industrie.
De naam Cervena combineert traditionele aanduidingen voor hertenvlees met het actueel gebruik. ‘Cer’ komt van Cervidae, het Latijnse woord voor hert. ‘Ven’ van Venison heeft een Latijnse oorsprong en betekende ‘jacht’, maar na verloop van tijd veranderde de betekenis naar hertenvlees in het algemeen. De ‘a’ staat voor ‘A grade’ of ‘van de allerbeste kwaliteit’.
(cer)vidae + (ven)ison + a = cervena
[uitgesproken als sir-venn-ah]